Vraag het de expert: Dr. Mark Olver

Dr. Mark Olver is hoofddocent aan een Universiteit en directeur klinische training voor de afdeling psychologie van de Universiteit van Saskatchewan. Olver heeft een aantal vragen beantwoord over de behandeling van volwassen delinquenten met psychopathie.

1.Hoe ben je betrokken geraken op het gebied van psychopathisch onderzoek?

Er waren een aantal mogelijkheden voor mij. Voor zo lang ik mij kan herinneren heb ik altijd al interesse gehad in het strafrechtsysteem en om de dingen te begrijpen die mensen deden om daar terecht te komen. Toen ik psychologie ging studeren, liep ik tegen forensische psychologie tijdens een cursus die ik volgde aan de Simon Fraser Universiteit in Burnaby. Ik wilde cum laude behalen, maar wist niet wie ik hiervoor moest benaderen. Het bleek dat Stephen Hart een gastcollege gaf voor Dr. Webster’s cursus en ik had het geluk dat hij mij als honoursstudent wilde aannemen! Voortbouwend op de basis mijn bachelor diploma, stelde Dr. Hart mij bloot aan het veld van psychopathologie. Hij gaf richting aan belangrijk werk en referenties waaronder Without Con-science, begeleidde me het veld van psychopathie in (en psychologische beoordeling in het algemeen) en creëerde nieuwe mogelijkheden voor mij om onderzoek te doen naar psychopathie in een steekproef van forensische psychiatrische patiënten. Dit zorgde voor een goede basis om door te gaan naar het volgende deel van mijn opleiding terwijl ik afstudeerde aan de Universiteit van Saskatchewan Bij Stephen Wong, een andere leider op het gebied van psychopathie. Wong creëerde talloze mogelijkheden voor mij om meer onderzoek te doen naar de beoordeling en behandeling van psychopathische delinquenten en ik had het geluk dat ik dit kon integreren in mijn klinisch psychologische opleiding.

2.Waarom denken sommige artsen en onderzoekers dat psychopaten niet te behandelen zijn?

Psychopathie is een zeer ernstige persoonlijkheidsstoornis. Over het algemeen houdt het, zonder interventies, het hele leven aan met destructieve consequenties. In zijn boek identificeerde Hervey Cleckley psychopaten als personen die niet reageren op behandeling. De karaktertrekken en gedragen zijn diepgeworteld en psychopaten zijn berucht, omdat ze hun ‘erewoord’ aanbieden om het vertrouwen te herstellen wanneer ze worden geconfronteerd met het feit dat ze iemand onrecht hebben aangedaan of schade hebben berokkend, alleen maar om het vervolgens weer opnieuw te doen, ofwel bij dezelfde persoon of iemand anders. Zij falen erin om te profiteren van ervaringen en vaak kan het ze niks schelen. Wanneer iemand gebrek aan empathie of schuld ervaart, twee grote prikkels voor niet-psychopathische mensen om te veranderen of anderen niet te schaden, is het lastig voor te stellen dat ze veranderen zonder dat er een externe prikkel aanwezig is. Het track record of psychopaths behandel programma is niet heel positief: oud onderzoek, gebaseerd op ongepaste programma’s, diende alleen om het therapeutische pessimisme te versterken. Gelukkig is dit aan het veranderen nu we meer leren over wat therapeutisch zou kunnen werken om psychopathische mannen en vrouwen te helpen een minder destructief leven te leiden.

3.Voor welke uitdagingen staan clinici die volwassen delinquenten met psychopathische eigenschappen behandelen?

De grootste uitdaging is misschien wel wat Steve Wong en zijn collega’s behandeling verstorend gedrag noemen. De kenmerken van psychopathie zijn niet bijzonder bevorderlijk voor therapeutische vooruitgang. Psychopathische delinquenten kunnen beledigend, intimiderend, pesterig, manipulatief, controlerend en resistent tegen verandering zijn. Ze kunnen zeer storend zijn tijdens groepsbehandeling of op therapeutische afdelingen en ze kunnen voortgang van andere patiënten saboteren. Ze zijn bedreven om dingen te dien die een sterke emotionele reactie in andere opwekt, kan personeel opsplitsen (allianties aangaan met kwetsbaar personeel) en kunnen institutionele regels omzeilen waardoor er veiligheidsproblemen ontstaan. Ze hebben gebrek aan motivatie, worstelen met het vormen van affectieve banden en falen erin verantwoordelijkheid te accepteren of nemen geen verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag. Dit samen resulteert zich in verminderde therapeutische vooruitgang, meer behandel uitval en zwakkere samenwerkingsverbanden met de therapeuten.

4.Welke vormen van behandeling zijn het effectiefste voor volwassen delinquenten met psychopathische kenmerken?

Het interessante is dat veilige behandelprogramma’s met hoge intensiteit al jaren psychopathische delinquenten behandelen zonder het te beseffen. De principes van risico, behoefte en reactievermogen zijn de afgelopen 25 jaar de drijvende kracht geweest achter achterliggende correctionele behandelprogramma’s over de hele wereld, waarvan vele door psychopathische delinquenten worden gevolgd. Kortom, dit verwijst naar een programma met hoge intensiteit (10-15 uur per week), gericht op vele dynamische risicofactoren van psychopathische delinquenten met behulp van cognitieve gedragsmethoden voor gedragsverandering. Er is alleen meer aan de hand; een deel hiervan houdt het hebben van een behandelcultuur in waarbij personeel van verschillende achtergronden en rollen binnen de setting het gedrag en de risicofactoren van het individu bewaken en duidelijke communicatielijnen handhaven om een omgeving te behouden die bevorderlijk is voor de behandeling. Slimme medewerkers zijn zich ervan bewust dat de behandeling gedragingen van psychopathische delinquenten verstoort en kunnen, door zorgvuldige monitoring en regelmatige communicatie, dit gedrag onder controle houden om te voorkomen dat kleine problemen escaleren tot grote problemen. In hun richtlijnen voor een behandelprogramma voor psychopathie, identificeren Wong en Hare (2005) de interpersoonlijke en emotionele kenmerken van psychopathie als een responsiviteitsprobleem; een verzameling van kenmerken om te beheren in plaats van te veranderen, terwijl de criminogene problemen die geassocieerd zijn met factor 2, rechtstreeks worden aangepakt via behandelingsprogrammering.

 

5.Aangezien onderzoek over het algemeen voorloopt op toepassing in het veld, wat is een verbetering waar u van hoopt dat deze komende vijf tot tien jaar zal plaatsvinden?

Ik zou graag een stijging willen zien in gecoördineerde en door bewijsmateriaal ondersteunende behandelprogramma’s, gekoppeld aan strategieën om een vlotte re-integratie naar de gemeenschap te bevorderen. Medewerkers moeten zorgvuldig getraind worden, mensen moeten samenwerken en vervolgens moeten we onze inspanningen voortdurend evalueren om te zien hoe het gaat.

Vertaald door Britt Gruntjes